Rond 1900 vingen de schilders van de Haagse School de ongerepte natuur, de dorpsgezichten, de langgevelboerderijen en het boerenleven in olieverf.
In dit industriële tijdperk gaf Heeze-Leende een heuse schilderskolonie de inspiratie om het in hun ogen romantische boerenleven om te zetten in Meesterwerken van schilderkunst. Van de ruim 20 kunstenaars zijn Jan Sluijters en Henriette Pessers wel de bekendsten.
Omdat velen hun onderkomen in Heeze ‘betaalden’ met schilderijen, zijn in enkele restaurants en galerieën nog steeds werken van de schilderskolonie te bewonderen.
Natuurlijk zijn in de loop der tijd veel van die idyllische plekjes verdwenen, maar in alle vier dorpskernen is het landelijke verleden nog duidelijk herkenbaar.
Hoewel Leenderstrijp tegenwoordig vooral leeft van landbouw en toerisme, woonden er vroeger ook teuten en valkeniers, die het soms tot aanzienlijke welstand brachten. Beide beroepen kwamen op vanaf de 17e eeuw en zijn in de 19e eeuw geleidelijk verdwenen.